ROERMOND/BRUNSSUM/LANDGRAAF - Het gerechtshof in 's-Hertogenbosch heeft vandaag gevangenisstraffen van 8 jaar en bijna 8 jaar opgelegd aan 2 mannen uit Limburg. Volgens het hof zijn zij schuldig aan het plegen van een gewelddadige woningoverval in Landgraaf. De rechtbank Limburg veroordeelde hen eerder tot respectievelijk 9 jaar en 14 jaar gevangenisstraf.

Verkleed als agenten
In mei 2016 wilden de 2 mannen hennep stelen uit een woning. Daarbij verkleedden ze zich als agenten en waren zij gewapend met een pistool. Een van de bewoners verzette zich en verwondde beide mannen met een mes. Vervolgens schoot een van de mannen op hem waardoor die bewoner zelf ook ernstig gewond raakte. Volgens de verdediging was er sprake van noodweer. Maar het hof gaat hier, net als de rechtbank, niet in mee.

Andere misdrijven
De jongste van het koppel, een 32-jarige man uit Roermond, werd naast de woningoverval ook nog verdacht van het plegen van een plofkraak, (auto)diefstal, opzetheling en een gewelddadige woningoverval in Brunssum. De rechtbank Limburg sprak hem vrij van de plofkraak, maar veroordeelde hem voor de andere misdrijven tot een gevangenisstraf van 14 jaar. In hoger beroep oordeelde het hof dat deze man alleen schuldig was aan de woningoverval in Landgraaf en de opzetheling. Van al het andere sprak het hof hem vrij. Voor deze 2 misdrijven krijgt de man in totaal 7 jaar en 11 maanden gevangenisstraf opgelegd.

Overschrijding redelijke termijn
De oudste van het span, een 44-jarige man uit Roermond, was naast de woningoverval ook nog verdacht van een woninginbraak gevolgd door geweld na betrapping op heterdaad. Het hof vindt, net als de rechtbank, een gevangenisstraf van 9 jaar op zijn plaats. De man krijgt echter een jaar strafkorting omdat de redelijke termijn waarop zijn zaak in hoger beroep behandeld had moeten worden, fors is overschreden.

Schadevergoedingen
De mannen moesten samen van de rechtbank ruim 66.000 euro schadevergoeding aan de benadeelde partijen betalen. Voor de 44-jarige man wordt de te betalen schadevergoeding in hoger beroep fors minder, namelijk bijna 16.000 euro. Dat komt omdat de beoordeling van de kostenposten een te zware belasting zouden zijn voor het strafproces. De benadeelde partijen kunnen hun vorderingen wel opnieuw indienen bij de civiele rechter.